
             
             
            Deze   lusvormige fietsroute van ongeveer 66 kilometers start in Alken, bij Hasselt. Ten noorden   van de Limburgse 'hoofdstad van de smaak' ligt de Kempen met   zijn zandgrond en dennebossen. Aan de zuidzijde, die we hier doorkruisen, vinden   we Haspengouw met zware leemgrond en de uitgelezen streek voor de   fruitteelt. Het gebied is stilaan uitgegroeid tot de boomgaard van Vlaanderen.   We doorkruisen hoog- en laagstam boomgaarden met appels, peren, kersen en   pruimen, en ook grote, uitgestrekte velden met aardbeien. Meer en meer stijgen   ook de aanplantingen van bessen zoals frambozen, braambessen, blauwbessen en   stekelbessen. Al deze fruitbomen en struiken gaan in hun specifieke eigen   periode bloeien en vruchten dragen. Het zicht van de kleurenpracht vanop de   hellingen en de bedrijvigheid in alle seizoenen maakt van Haspengouw een   uitzonderlijk mooi fietsgebied. De ganse streek is daarenboven toegankelijk via   rustige, verharde fietspaden en verkavelingswegen. 
            Hasselt   ligt op een hoogte van ongeveer 35 meter. Wanneer we zuidwaarts rijden in de   richting van Borgloon en Tongeren stijgen we langzaam naar 100 meter. Verder   zijn de hellingen veelvuldiger maar blijven beneden de 130 meter. In het mooie   golvende gebied tussen Borgloon, Sint-Truiden en Rukkelingen-Loon in het   zuidwesten werd de succesvolle tv-serie Katarakt gedraaid. 
            Haspengouw eindigt echter niet aan de Limburgse grens of de   taalgrens. Aan de Franstalige zijde in de provincie Luik, waar we onze lus rond   de gemeente Oreye doortrekken verandert de naam in Hesbaye. Het gaat steeds op en neer, van plateau naar plateau, met klimmen en afdalen.
            Deze   route is niet bewegwijzerd, en kan best met GPS gereden worden. Zonder GPS is   het belangrijk de rit goed voor te bereiden op een kaart met fietspaden. De   tocht is gebaseerd op een van de jaarlijkse sterritten van de fietsclub van de brouwerij   van Alken. Deze wordt elk jaar in de lente georganiseerd en trekt circa 1500   enthousiaste wielertoeristen. 
            
            We vertrekken in het centrum van  Alken. Langs Zepperen komen we in Tereiken en   Rijkel, waar we de steenweg tussen Sint-Truiden en Borgloon kruisen. Dan via   Groot- en Klein-Gelmen naar Gelinden en Mechelen-Bovelingen. In Rukkelingen-Loon   hebben we het meest zuidelijke punt bereikt en gaat het oostwaarts naar   Batsheers en Opheers. Dan steken we de taalgrens en de Chaussée Romaine over   naar Bergilers. Via Grand-Ville rijden we rond Oreye  naar Thys en Otrange.   De Hesbeinsstraat brengt ons naar Lauw en zo zijn we weer in Limburg. In de   Lauwstraat kiezen we richting Noord en kruisen weer de Romeinse Kassei. Enkele   schilderachtige kerkdorpen volgen; Vechmaal, Widooie, Haren en Jesseren. Hier   nemen we aan het oude stationnetje het fietspad links naar Gors-Opleeuw. Vandaar   naar Kerniel, Vrolingen en in Wellen weer naar Alken. 
             
            
            Aan de twee kapelletjes hebben we het verste punt bereikt.
             
            
            Durondeau peer, heerlijk.
             
            
            Trouwers met gevolg reizen met de paardenspan.